![]() ![]() ![]() ![]() AardrijkskundeIn het vak aardrijkskunde wordt informatie- en communicatietechnologie gebruikt om tekst-, beeld- en cijfermateriaal te verwerken, met specifieke aandacht voor (gedigitaliseerde) luchtfoto's en kaarten. Domein A: Aardrijkskundige vaardigheden 1 De leerlingen kunnen informatie- en communicatietechnologie toepassen bij de bestudering van gebieden, aardrijkskundige verschijnselen, vraagstukken en processen. In dat verband kunnen zij: - geautomatiseerde zoeksystemen in bibliotheken, mediatheken en telecommunicatieprogramma's gebruiken; - eenvoudige geautomatiseerde gegevensbestanden raadplegen; - gegevens bewerken met behulp van eenvoudige tekstverwerkings-, reken-, spreadsheet- en (carto)grafische programma's. - eenvoudige simulatieprogramma's gebruiken; 2 De leerlingen kunnen, onder andere met behulp van de computer, gebruik maken van atlassen, archieven, kaarten en remote sensing-beelden (met name luchtfoto's) bij oriëntatie in gebieden en bij beeldvorming over gebieden, aardrijkskundige verschijnselen, vraagstukken en processen. In dat verband kunnen zij: - zoeksystemen in (geautomatiseerde) atlassen gebruiken; - verschillende soorten kaarten benoemen en gebruiken; - de kaartvaardigheden: kaartlezen, kaartanalyse en kaartinterpretatie toepassen; - luchtfoto's en kaarten met elkaar vergelijken; - belangrijke plaatsen, gebieden en verschijnselen op een kaart lokaliseren (topografie); - met behulp van verzamelde of aangereikte gegevens eenvoudige kaarten maken.
|