Indicatoren

Competentie 3

1. Mijn lokaal (werkplaats) is sfeervol en doelmatig ingericht
2. De plaats van de leerlingen in het lokaal is doelmatig en afgestemd op de activiteiten
3. Taken, opdrachten en materialen zijn overzichtelijk opgeborgen en zonodig voor leerlingen zonder mijn tussenkomst beschikbaar
4. Ik laat zien dat ik het vanzelfsprekend vind dat leerlingen zorg hebben voor de omgeving
5. Ik organiseer lesovergangen op een passende wijze
6. Ik heb een goed overzicht over de groep en reageer adequaat op ordeverstoringen
7. Ik hanteer duidelijke en consequente regels en afspraken die ik communiceer naar leerlingen
8. Ik werk met een duidelijke planning en bevorder dat leerlingen overzicht hebben over hun taken, zodat de zelfsturing van de leerlingen bevorderd wordt
9. Ik stel zonodig prioriteiten en verdeel de beschikbare tijd efficiënt
10. Ik bespreek regelmatig de gang van zaken in mijn lessen en stimuleer dat leerlingen zich medeverantwoordelijk voelen
11. Mijn uitleg en instructies geven de leerlingen voldoende houvast om in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid te dragen voor hun leerproces
12. Leerlingen weten duidelijk wat de inhoud van de les is en wat er van hen verwacht wordt
13. Bij werkvormen die aanzetten tot actief leren en samenwerken zorg ik voor een goede regie en duidelijke regels, die in overleg met leerlingen zijn opgesteld